Overslaan en naar de inhoud gaan

Duurzaamheid is doen

Portret
dinsdag, 16 juli 2024 |
NL
Jeroen De Smet, Head of Climate Action, is verantwoordelijk voor de duurzaamheidsstrategie om Upgrade Estate CO2-neutraal te maken tegen 2035. Robbe Fioen, Ingenieur Technieken, werkte samen met studiebureau Boydens aan het energieconcept voor Loop5. Ze nemen je graag mee in het duurzaamheidsverhaal van deze site.

 

Upgrade Estate - Duurdaamheid is doen.
In 2035 wil Upgrade Estate netto CO2-neutraal zijn. Wat betekent dat juist? 

JEROEN: De Europese klimaatwet (Green Deal) stelt voorop dat iedere organisatie net zero carbon moet zijn tegen 2050. Wij willen dit alles reduceren tot nul tegen 2035. De strategie is om in eerste instantie de CO2-uitstoot maximaal te reduceren. Het overige kunnen we compenseren door via duurzaam bosbeheer CO2 te capteren en zoals hier op de Loop5 site het hout ook te gebruiken als alternatief voor beton en staal, twee materialen met een grote CO2-uitstoot.

 

Op welke manier draagt dit project daaraan bij? 

JEROEN: Als het gaat over een net zero carbon organisatie, dan spreken we eigenlijk over 3 niveaus. Het eerste niveau is het beperken van de directe uitstoot zoals bij het gebruik van een gasketel. In dit project bestaat dat eerste niveau niet aangezien dit een gasvrij gebouw is. Er worden geen fossiele brandstoffen gebruikt, dus er komt geen CO2 vrij. Het tweede niveau gaat over indirecte uitstoot die nodig is om het gebouw operationeel te houden zoals elektriciteit die niet op de site zelf wordt geproduceerd. Dat is aangeleverde elektriciteit door een energieleverancier vanuit een kerncentrale, een gascentrale, een waterkrachtcentrale of een mix van hernieuwbare en niet hernieuwbare energie. Voor deze site maken we zoveel mogelijk gebruik van de hernieuwbare varianten. Niveau 3 gaat over alle CO2 die tijdens het bouwproces wordt gerealiseerd. We brengen die in kaart door te vertrekken vanuit de integrale levenscyclus van een bouwproject of -site en gaan daarbij uit van een levensduur van 100 jaar. Daarvoor hebben we een tool ontwikkeld. Binnen het team van Climate Action is onze collega Anton verantwoordelijk voor het onderzoeken van al onze leveranciers en hun producten. Deze doorlichting over hoe ze opereren en met welke producten ze werken zegt ons veel over hun sociale en economische duurzaamheid. Niet enkel Anton maakt deze ethische reflectie. Ook andere afdelingen maken deze reflectie om samenwerkingen met leveranciers en partners te beoordelen.

ROBBE: Als we kijken naar de buitenschil van de gebouwen op deze site, dan is die klassiek opgetrokken met beton als basismateriaal. Als je rondkijkt binnen in de gebouwen, dan merk je dat bijna al het klassiek materiaal is vervangen door hout. Zowel in de shared meeting rooms, maar ook in de theaterzaal The Plectrum waar de volledige tribune een houten constructie is. Daar hebben we voorsprong genomen en veel CO2 bespaard. In onze volgende projecten zullen we meer en meer in hout ontwerpen met de bedoeling CO2-negatief te bouwen. 

JEROEN: Daar ging veel vooronderzoek aan vooraf. We hebben uiteindelijk gekozen voor CLT-hout, maar er zijn verschillende manieren van houtbouw. We testen en experimenteren voortdurend. Momenteel testen we OSB4 als alternatief materiaal voor het optrekken van de buitenschil bijvoorbeeld. Wat het interieur betreft gaan alle credits trouwens naar het Look & Feel team. Ze legden zichzelf het doel op om 75% tweedehands materialen te gebruiken binnen. Alle meubelen die hier staan bijvoorbeeld zijn tweedehands. Voor de buitenaanleg zijn 13.000 plantjes, 150 bomen en een 100-tal struiken aangeplant. Op termijn zal dit impact hebben als je weet dat elke m3 bomen een ton CO2 uit de lucht haalt. Het zal vooral ook rust bieden. De positieve invloed op het mentaal welbevinden van de mensen hier is niet te onderschatten.

 

 

In onze volgende projecten zullen we meer en meer in hout ontwerpen met de bedoeling CO2-negatief te bouwen.

- Robbe
Er ging veel aandacht naar het STOEP-principe. Kan je eens kort uitleggen wat dat is en hoe dit hier is toegepast? 

JEROEN: Het STOEP-principe is een mobiliteitsconcept waarbij de S staat voor stappen of te voet gaan, de T voor trappen of fietsen, de O voor openbaar vervoer en de P voor parkeren. De E voor de P staat voor elektrisch. Het weerspiegelt de manier waarop we qua mobiliteit eerst willen focussen. De voetganger is koning en wie toch met de elektrische wagen komt, zal kunnen laden aan één van de 100 geïnstalleerde EV-laders.

 

Hoe hebben jullie met Limoengroen ingespeeld op de mobiliteitsuitdagingen van vandaag? 

JEROEN: De Loopsite was in het verleden niet altijd gemakkelijk te bereiken. Vandaag gebeurt dat een stuk vlotter. Er zijn veel mogelijkheden om de site met de fiets of step binnen te rijden. Van de duizend parkeerplaatsen die op onze site voorzien zijn, zijn er vijfhonderd voor ‘zachte’ mobiliteit en vijfhonderd voor ‘harde’ mobiliteit. De focus ligt verhoudingsgewijs vooral op zachte mobiliteit: gewone fietsen, maar ook elektrische fietsen en steps. Deze kunnen on-site opgeladen worden. Er zijn ook deelfietsen beschikbaar. Niet onbelangrijk zijn de aanwezige faciliteiten die aansluiten bij de mobiliteit. We hebben 12 leuke en sfeervolle douches voor fietsende werknemers die op een aangename en frisse manier het werk willen aanvatten na hun ochtendrit. Voor wie dan toch met de wagen komt, zijn er iets meer dan 500 parkeerplaatsen voorzien, waarvan 100 met een elektrisch oplaadpunt. Dat is 20% van de plaatsen die afgestemd is op de toekomst. Daar zijn we best fier op.

 

Het hernieuwbare energieconcept is bijzonder, kan je dat toelichten? Een dergelijk project verwarmen zonder gasketel lijkt vrij uitdagend. 

ROBBE: Onder de funderingen bevinden zich 100 boringen die 150 meter diep gaan. Dat heet een BEO-veld waarbij BEO staat voor boorgat energieopslag. In die boorgaten zitten buisjes waardoor water stroomt. In de winter heeft de grond een bepaalde temperatuur en gaan we via dit systeem de warmte aan de grond onttrekken waardoor die afkoelt. Dat heeft als groot voordeel dat we de grond in de zomer terug kunnen opwarmen. De grond is dus de bron voor zowel opwarming als afkoeling van onze gebouwen via een warmtewisselaar. De site bestaat uit kantoren en appartementen. Een kantoor heeft gedurende het jaar vooral koeling nodig. We zitten hier met heel veel computers en mensen samen waardoor we bij die gebouwen de hele zomer willen gaan koelen. Een appartement daarentegen heeft vooral verwarming nodig. Daar is koeling minder nodig, zeker met de isolatie en beglazing die we hebben gebruikt. Dat zorgt ervoor dat de site als geheel niet extreem veel vermogen nodig heeft om operationeel te zijn. De combinatie van verschillende gebouwtypes is heel voordelig.

 

Upgrade Estate is voorloper wat duurzame energie betreft, hebben jullie nog andere innovatieve technologie geïntegreerd in Loop5? 

ROBBE: De vraag die speelde, was hoe we zowel verwarming als koeling tot bij de gebruikers brengen. Zoals eerder gezegd is dit een betonnen gebouw. We hebben ook gekozen voor het afgifteprincipe van betonkernactivering. Wat is dit? Kort geschetst is dat een soort vloerverwarming waarbij de buisjes niet in de vloeropbouw of chape, maar in de betonplaat (en plafonds) zelf zitten. In de winter loopt daar warm water door en in de zomer loopt daar koud water door. Het is een heel stabiel systeem dat goed om kan met grote fluctuaties in buitentemperatuur. Met een watertemperatuur van 30 graden kunnen we het hele gebouw op temperatuur houden. Een klassiek verwarmingssysteem op gas bijvoorbeeld heeft warmte nodig van 75 graden. De combinatie van al die factoren zorgt ervoor dat we met een relatief beperkt vermogen, zonder gas, een hele grote site gaan kunnen verwarmen en koelen. Naast het inzetten van al deze technieken zijn we op deze site R&D-gewijs ook bezig met het testen van nieuwe toepassingen.

JEROEN: Je hebt de technieken op de site, de hardware, maar ook de software is echt impressionant. Het gebouwbeheersysteem dat is geïmplementeerd, bevat zoveel data en kan op zoveel punten ingrijpen dat het ons heel veel inzichten zal geven. Op die manier kunnen we alle geproduceerde warmte heel efficiënt gaan verdelen over een deel van de gebouwen. Bijvoorbeeld, als mensen op kantoor aankomen, maar het is op dat moment een beetje te fris, dan kunnen we al onze energie daar naartoe sturen. We kunnen beter gaan anticiperen op specifieke vragen, maar ons systeem ook afstemmen op de weersomstandigheden. De afgelopen dagen zijn heel warm geweest, dus we gaan koelen en vice versa. We beschikken hiervoor ook over ons eigen weerstation om beter in te spelen op de omstandigheden.

 

Er gaan geruchten rond dat 75% van de energie van Loop5 door Limoengroen zelf zal worden opgewekt. Klopt dat en hoe gaan jullie dit realiseren? 

JEROEN: We zitten op de site van The Loop, meer bepaald op veld 5. Meer richting autostrade gaan we heel binnenkort drie velden met zonnepanelen ontwikkelen, 12.000 stuks om precies te zijn. Dat is een gigantisch aantal. Die gronden dienen nog verder ontwikkeld te worden, maar de lange vergunningstermijnen en doorlooptijden geven ons de opportuniteit om een zogenaamde solar farm te bouwen voor 10 jaar. We hebben ook toestemming gekregen om de 3 velden te verbinden met deze site via een onderboring. Dat is toch wel uniek in België. Het gaat hier over natuurlijke en hernieuwbare zonne-energie. Om die energie te kunnen capteren, gaan we ook een grote batterij installeren in een zeecontainer. Ook dat is R&D.

 

Binnenkort gaan we drie velden met 12.000 zonnepanelen ontwikkelen op The Loop.

- Jeroen
Bij Upkot en Upliving zitten kotkippen om het organisch afval te verwerken van de huurders. Hebben jullie ondertussen ook de kantoorkip uitgevonden? 

JEROEN: Ze hebben alvast een plaats gekregen aan het Pegula paviljoen. Dat is dicht bij het lab van Proef!. Misschien kunnen ze mee proeven van de restjes van nieuwe gerechten (lacht). Er zal dus een Upoffiz kip aanwezig zijn. Over het afvalconcept op de site is ook heel goed nagedacht, zowel binnen als buiten de gebouwen, zowel individueel als collectief. Er zijn verschillende lokalen voor de verschillende afvalfracties, mogelijkheden genoeg om selectief afval te verzamelen voor verwerking. We werken hiervoor samen met een partnerorganisatie die dat allemaal monitort in kilogram CO2 per type afvalfractie. We hebben ook conversiefactoren daarvoor in functie van onze net zero carbon organisatie tegen 2035. Er komt ook een pers die het afval zoveel mogelijk comprimeert waardoor we de transportkosten tot een minimum kunnen herleiden.

 

Iedereen heeft de mond vol over IOT (Internet of Things). Wat bedoelt men hiermee en hoe vertaalt zich dat op Loop5? 

ROBBE: Enerzijds is er de Campus app die alle toegang regelt op de site, zowel tot de mobiliteitszone als binnen alle gebouwen. De twee andere geavanceerde systemen op de site zijn het gebouwbestuursysteem (GBS) waarover we het eerder hadden en het Energie Monitoring Systeem (EMS). Momenteel monitort dit vooral hoeveel water en aantal kilowattuur elektriciteit wordt verbruikt. Met Limoengroen brengen we zo de warmte en koude in kaart en houden we dit bij. 

JEROEN: Het EMS-systeem monitort voortdurend waarmee we afrekeningen opmaken voor de huurders, verbruik gaan aftoetsen en onze CO2-uitstoot berekenen bijvoorbeeld. Het gebouwbeheersysteem is vooral zeer technisch en aansturend. Er wordt ook AI ingezet om constant voorspellingen te kunnen doen. 

De Campus app wordt hieraan gelinkt. Als je bijvoorbeeld een shared meeting room boekt, kan die op voorhand al gekoeld of opgewarmd worden. Dus ook daar is het een samengaan van energiemonitoring en gebouwbeheer. Toegangscontrole en het managen van boekingen zijn de eerste focus, maar er zit een energie-element in op de achtergrond. Ons IT-team is volop bezig om alle beschikbare Loopdata samen te brengen zodat we voortdurend kunnen nagaan of alles naar wens verloopt op de site. We denken dan bijvoorbeeld aan vlot verkeer in de parking, overal werkend internet, zijn alle online sloten actief, ... Op die manier willen we met de IoT anticiperen op mogelijke defecten of ongemakken.